Bodembedekking
Stro
Stro als bodembedekking is aan te bevelen omdat paarden er van kunnen eten als er geen hooi beschikbaar is. Paarden geven de voorkeur aan een stal met stro boven een stal met een andere vorm van strooisel (bijvoorbeeld vlas of zaagsel).
Het best te gebruiken stro is ongeveer 15 cm lang en heeft een drogestof van ongeveer 88%, terwijl zaagsel (meestal van de spar) een drogestof van 82% heeft.
Het soort bodembedekking speelt een belangrijke rol bij de kwaliteit van de lucht in de stal en de manier waarop mest wordt verwerkt. Stro en zaagsel worden veel toegepast, want zijn makkelijk verkrijgbaar.
Een paard dat op stro staat, besteedt veel meer tijd aan liggend rusten (29.3%) dan een paard dat op zaagsel staat (12.2%). Paarden die stro in hun stal hebben liggen drie keer langer op hun zij (lateral recumbency) dan paarden met zaagsel in hun stal. De langste periode dat een paard op stro aaneengesloten op de zij ligt, is ook langer dan op zaagsel. Voor gewoon liggen (sternal recumbency) is de tijd gelijk. De ondergrond heeft verder geen invloed op ander gedrag in de stal (zoals staan en eten).
Stro is eenvoudig op te slaan en heeft als voordeel dat een paard er van kan eten als er geen hooi meer beschikbaar is, maar dat betekent uiteraard ook dat een stal dan minder bedekking heeft. Zaagsel eet een paard niet. Stro kan daarnaast stoffig zijn en schimmels bevatten. Het werken met stro is arbeidsintensief: het schoonmaken van een stal met stro is zwaar en kost relatief veel tijd.
Hoeveel een paard eet is niet afhankelijk van of het op stro of “shavings” staat. Paarden die op stro staan, besteden echter wel meer tijd aan het eten van stro (8.1%) dan paarden die op zaagsel staan (1%). Tussen 0100 en 0700 eten paarden het meeste bodembedekking. Paarden wisselen het eten van hooi en bodembedekking graag af, of die bedekking nu stro of zaagsel is.
Paarden die op stro liggen, liggen 3 keer langer in laterale lighouding dan paarden die op “shavings” liggen, en ook de langste niet-onderbroken lighouding was langer op stro. Dat is een belangrijke bevinding, omdat paarden in laterale lighouding moeten liggen om REM-slaap te komen (“paradoxical sleep”). Korte ligtijden door andere bodembedekking kunnen dus van invloed zijn op het welzijn van het paard.
Het voordeel van stro als bodembedekking is dat een paard dat in de stal staat en geen hooi meer heeft, toch iets kan eten. Ook het foerageergedrag neemt toe als er stro in een stal ligt. Het risico is echter dat een paard zolang het iets te eten heeft, minder (of korter) gaat liggen.
Zaagsel
Zaagsel is goed voor de luchtwegen en een paard zal het niet eten. Zaagsel neemt snel vocht op, omdat het in een stal een voordeel kan zijn, maar bij de opslag een nadeel. Zaagsel is minder warm dan stro. Paarden die stro in de box hebben liggen
Foerageergedrag
Een paard dat veel voer in de vorm van pellets krijgt (krachtvoer zoals bix) besteedt 12% van de tijd (op een tijdspanne van 24 uur) aan het zoeken naar eten in de bodembedekking. Als datzelfde paard hooi krijgt, is dat slechts 1% van de tijd. Er zijn verschillende redenen dat het tijdsverschil zo groot is. Het paard kan bijvoorbeeld op zoek zijn naar pellets die zijn gevallen tijdens het eten, maar kan ook graasgedrag nabootsen. Als de bodembedekking bestaat uit stro, dan zal het paard het stro eten, maar vaak duwt het met de neus ook opzij. Bij andere, niet eetbare bodembedekking (zoals vlas of zaagsel) duwt het paard uiteraard alleen met de neus.
Paarden die alleen pellets krijgen, eten echter ook van bodembedekking die niet eetbaar is. Dat is 11% van de tijd, tegenover 2% voor paarden die hooi krijgen. En als het voer van paarden vezelarm is, dan eten ze meer van de bodembedekking.
Door een paard de mogelijkheid te bieden foerageergedrag te laten zien in een stal, wordt het welzijn beïnvloed. Stereotype gedrag neemt af en het lijkt er ook op dat door eetbare bodembedekking aan te bieden, de kans op koliek kleiner wordt.
Beaver, 2019
Doorn, 2015
Greening, 2013
Hausberger, 2019
Kjellberg, 2021
Mills, 2000
Pedersen, 2004
