< Alle onderwerpen
Afdrukken

Afstanden en manier van eten

Een paard graast en beweegt daarbij vrijwel voortdurend in een laag tempo. De beschikbaarheid van voedsel bepaalt hoe groot het terrein van een paard is. In gebieden met schaars voedsel kan dat tot 250km² zijn.

Agressie tussen paarden is het laagst als er tenminste 331 vierkante meter afstand tussen de verschillende paarden zit in een terrein dat groter is dan 1 hectare (10.000 vierkante meter).

Een paard eet bij voorkeur met het hoofd laag bij de grond. Soms gebruikt het de hoeven om iets bloot te leggen of beter bereikbaar te maken. Tijdens het eten beweegt het paard steeds kleine stappen vooruit. Het paard neemt dus een hap en doet een paar stappen tijdens het eten, en neemt dan weer een hap. Als er veel voedsel aanwezig is, loopt het paard langzamer dan wanneer er weinig is.

Bij een rustig grazende kudde is er altijd een paar meter ruimte tussen de verschillende paarden, zowel overdag als ‘s nachts. Als er echt veel voedsel is en de ruimte groot, dan komt een grotere afstand ook voor. Bij mogelijk dreigende situaties (zoals een roofdier, of een andere kudde) verzamelt de kudde zich achter de hengst.

Als er meer voedsel is, dan tolereren merries elkaar dichter dan wanneer er minder is. Als er minder voedsel is, nemen merries automatisch meer afstand van elkaar. In een grotere groep leidt dit tot meer interactie tussen de merries en minder tijd om te eten. In een kleinere groep zijn veel minder interacties (beschermen van het voedsel) en zijn de perioden dat een merrie eet, veel langer.

In koudere perioden is de afstand tussen paarden tussen de 150 en 400 m2, in warmere perioden loopt dat terug tot 30 m2. Dat heeft niet alleen te maken met het feit dat er veel meer voedsel is, maar ook om te beschermen tegen (stekende) insecten. Paarden gaan dichter op elkaar staan om elkaar tegen de insecten te beschermen. De hoeveelheid bewegingen die we associëren met bescherming (zoals zwaaien met de staart) is in de zomer wel 10 keer hoger dan in andere seizoenen.

In de koudere perioden geldt echter ook dat als een paard niet eet, de afstand met de andere paarden veel kleiner is.

Het is niet ongebruikelijk dat een hele kudde tegelijkertijd en in dezelfde richting graast, met een individuele afstand van minstens één meter tussen elk lid van de groep.

Duncan, 1991
Flauger & Krueger, 2013
Joubert, 1972
Lesimple, 2020
Ralston, 1984
Ralston, 1986
Waring, 2003

Inhoudsopgave
× Contact via WhatsApp