< Alle onderwerpen
Afdrukken

Duur van eten, aantal voerbeurten en tijdstip

Een paard besteedt het grootste gedeelte van de dag aan eten. 

Tijdsbesteding
Een paard in de natuurlijke omgeving eet 59% – 69% van de tijd, dus tussen de 14 en 16,5 uur per dag waarvan 23% in de nacht en 55-78% overdag. Overdag, van 0800 tot 1700, eten paarden meer dan ‘s nachts (van 1700 tot 0800). In de periode tussen 0100 en 0600 eten ze het minst. In de gedomesticeerde omgeving eet een paard (vooropgsteld uiteraard dat het voldoende ruwvoer heeft) 70% van de tijd.
Deze tijden zijn gemiddelden en wel afhankelijk van bijvoorbeeld de kwaliteit van het gras. Als de kwaliteit van het voer slecht is, dan besteedt een paard tot wel 80% van de tijd aan grazen. De duur van elke graasperiode is afhankelijk van het tijdstip van de dag, het seizoen en of een merrie zoogt. Er is een piekperiode tussen zonsopgang en halverwege de dag, en daarna weer in de late namiddag en avond. Er zijn echter ook uitzonderingen: wilde pony’s op Assateague Island in de Verenigde Staten zijn bijvoorbeeld bij uitstek nachtdieren, die meer dan de helft van de tijd tussen 7 uur ‘s avonds en 5 uur ‘s morgens besteden aan grazen (en de rest aan rusten). Paarden die zijn gestopt met eten beginnen weer met eten voordat de maag helemaal leeg is. 

Paarden die vrij rondlopen eten in 10 tot 15 afzonderlijke periodes in een dag. Een periode waarin een paard niet eet duurt vrijwel nooit langer dan 3 uur, met een gemiddelde van 84 minuten. De lengte van elke eet-periode is over het algemeen een paar minuten, maar kan wel 12 uur duren. Na elke eet-periode is er een onderbreking van tussen de 11,5 min tot 3 uur, voordat het paard weer verder eet. De lengte van die onderbreking staat los van de lengte van de vorige maaltijd. Een volwassen paard dat op de wei staat, besteedt 82% van de tijd aan grazen, terwijl een veulen er maar 21% van de tijd aan besteedt.

Gedomesticeerde paarden vertonen een patroon dat lijkt op dat van wilde paarden. Ze eten 10 tot 12 uur per dag in periodes van 30 tot 180 minuten, met name overdag.

Een paard eet het meest in de vroege ochtend en late middag, en in mindere mate in de vroege avond. Bij (extreme) kou of hitte is dat anders en afhankelijk van de omstandigheden. In de winter besteedt een paard meer tijd aan grazen en als het gras in de lente weer begint te groeien, neemt dat af. In alle seizoenen heeft een paard een voorkeur voor het eten tijdens de uren dat het licht is. In het wild eten paarden vaker ‘s nachts. Bij paarden in huisvesting is dit niet zo, maar dat wordt erdoor veroorzaakt dat de meeste paarden in de vroege avond de laatste voerbeurt hebben en die tegen de nacht al op hebben.

In de zomer grazen paarden langer in de vroege ochtend en minder in de middag, zodat ze beschutting kunnen zoeken als vliegen het meest actief zijn. Als er op andere momenten ook veel activiteit van vliegen is, kan dat het hele eetpatroon veranderen. De energie die nodig is om een veulen te voeden zorgt ervoor dat merries langer grazen dan niet-melkgevende paarden.

Een paard dat in de stalling staat, krijgt over het algemeen het voer verspreid over een aantal voerbeurten. De gemiddelde tijd die een paard aan eten besteedt, wisselt dus sterk afhankelijk van het aantal voerbeurten (of ad-libidum hooi). Als er beperkt wordt gevoerd, dan besteedt het paard gemiddeld 16% van de tijd aan eten. Een paard dat onbeperkt toegang tot hooi heeft, besteedt 64% van de tijd aan eten. Een dragende merrie die geen toegang tot water heeft, eet significant minder hooi.

Pijn en voer
Een paard dat pijn heeft, eet niet per definitie minder dan een paard dat geen pijn heeft. Een onderzoek gaf aan dat er wel minder werd gegeten na een operatie, maar in dat onderzoek werd geen onderscheid gemaakt tussen de tijd van de (uitwerking van de) anesthesie en de tijd dat een paard pijn zou kunnen hebben.

Voerbeurten
Het meeste eten paarden direct nadat ze gevoerd zijn, ook als ze op onbeperkt ruwvoer staan.

Als paarden klaar zijn met een voerbeurt, dan verlagen ze de eetsnelheid en zijn ze gemakkelijker afgeleid door geluiden in de omgeving. Ze snuffelen dan vaak aan de omgeving, of de bedekking van de stal, of zoeken sociale interactie als er andere dieren in de buurt zijn. Uiteindelijk nemen ze een rustpositie aan, met het hoofd naar beneden en de oren naar achteren, de ogen half gesloten en op rust op een achterbeen. ‘s Nachts gaan ze vaak liggen, vlak voordat ze weer gaan eten. Als er tijdens de rust een verstoring is, dan besteden ze een korte tijd (hoogstens 5 minuten) om wat te eten.

Paarden besteedden gemiddeld 10% van hun tijd in een periode van 24 uur aan het consumeren van pellets, vergeleken met 64% van 24 uur als ze hooi eten. 

Een paard dat hooi gevoerd krijgt eet 40% van de tijd en staat 45% van de tijd (in een periode van 24 uur), terwijl een paard dat pellets gevoerd krijgt 3% van de tijd eet en 62% van de tijd staat.

Een paard dat pellets eet vertoont ongeveer 11.5% van de tijd (in een periode van 24 uur) aan zoekgedrag door de bodembedekking (op zoek naar voedseldeeltjes), en slechts 1.2% van de tijd als het paard hooi gevoerd krijgt.

Auer, 2021
Beaver, 2019
Carson, 1983
Ellis, 2010
Houpt, 2000
Keiper, 1980
Mayes, 1986
Ödberg, 1976
Ralston, 1984
Ralston, 1986
Rubinstein, 1981
Salter and Hudson, 1979

Sweeting, 1985
Waring, 2003

Inhoudsopgave
× Contact via WhatsApp