< Alle onderwerpen
Afdrukken

Agressie

Agressie komt bij wilde paarden niet vaak voor: paarden gebruiken bij voorkeur subtiele signalen om te communiceren. Als er al een gevecht is, dan is dat vaak tussen jonge hengsten (bachelors) en niet serieus. Met dit soort schijngevechten bereidt de jonge hengst zich voor op latere confrontaties. Serieuze gevechten tussen hengsten gaan over de plek van de hengst in een harem, maar ook hier blijft het eerder bij dreigen en schijngevechten. Dat doet de hengst om energie te sparen en verwondingen te vermijden. Op de open vlakte is elke verwonding mogelijk levensbedreigend. De agressie die we bij paarden in huisvesting bij mensen zien, is dus niet natuurlijk.

In de gedomesticeerde omgeving worden groepen vaak gewijzigd, soms wel wekelijks. Dat zorgt ervoor dat de onderlinge agressie toeneemt en vriendelijke ontmoetingen afnemen, terwijl spelgedrag ook anders verloopt – gevarieerder. Dat hergroeperingen tot meer agressief gedrag leiden is overigens ook bekend van andere diersoorten. 

Uit onderzoek blijkt dat logischerwijs de onderlinge agressiviteit het hoogst is bij paarden die elkaar niet kennen en in een huisvesting bij elkaar gezet worden. Paarden die elkaar wel kennen en ook bekend zijn met groepshuisvesting, zouden naar verwachting veel gemakkelijker met deze vorm van huisvesting om moeten gaan. Van paarden is bijvoorbeeld bekend dat ze elkaar zelfs na een jaar afwezigheid nog herkennen, maar na 18 maanden elkaar als onbekend beschouwen. Dat blijkt echter niet zo te zijn: paarden die na zeven weken afwezigheid in een andere groep worden geplaatst (maar wel met bekende kuddegenoten) vertonen nog steeds een hoog niveau van agressie, waarschijnlijk om de hiërarchie in de groep te bevestigen. Die bevestiging gebeurt dus ondanks dat paarden elkaar kennen. De agressie is direct na het hergroeperen het grootst. En paarden die in onstabiele groepen leven, passen zich niet aan aan het herhaaldelijk hergroeperen: er ontstaat dus geen gewenning aan hergroeperen.

Hoewel er meer agressiviteit is bij hergroeperingen, leidt dat niet tot een significante toename van verwondingen. De hoeveelheid verwondingen (en ernst ervan) is wel verbonden aan agressief gedrag, maar ook aan de hoeveelheid beschikbare ruimte. Ook de leeftijd van paarden speelt een rol. Jonge paarden, die gewend zijn om in groepshuisvesting te leven, zijn vaak wat beter gesocialiseerd dan oudere paarden en vertonen minder agressief en dominant gedrag. Oudere paarden in een groepshuisvesting lopen eerder verwondingen op. Als de groepssamenstelling echter met paarden van dezelfde leeftijd is, dan is de hoeveelheid contactloze agressie weer lager. De manier waarop een introductie plaatsvindt speelt uiteraard ook een rol. Bij een onderzoek waarbij nieuwe paarden in een kleine ruimte werden geïntroduceerd bij zeer dominante paarden, trad ernstige stress en zelfs aandoeningen van de luchtwegen op.

Sommige paarden zijn zeer agressief naar soortgenoten en blijven dat, ongeacht de samenstelling van de groep. Dat betekent dat bij het samenstellen van groepen de hoogst mogelijke zorg nodig is, en er goed gekeken moet worden naar de eigenschappen van het individuele paard en de relaties tussen de verschillende paarden. Een oplossing kan zijn om de meest agressieve paarden te groeperen met oudere paarden, of paarden die hoger in de hiërarchie staan, en zeker voldoende ruimte te bieden zodat andere paarden aan agressief gedrag kunnen ontsnappen.

Fureix et al., 2012a
Kristensen, 2011

Inhoudsopgave
× Contact via WhatsApp