< Alle onderwerpen
Afdrukken

De biologie van kruiden: fytochemicaliën

Kruiden danken hun geneeskrachtige werking aan een scala van bioactieve stoffen, ook wel fytochemicaliën genoemd. Deze stoffen omvatten onder andere alkaloïden, flavonoïden, terpenen, en fenolen, die verschillende biologische activiteiten vertonen.

  • Alkaloïden: Dit zijn stikstofhoudende verbindingen die vaak een krachtige fysiologische werking hebben. Een bekend voorbeeld is morfine, een pijnstillend alkaloïde afkomstig uit papaver.
  • Flavonoïden: Dit zijn antioxidanten die helpen bij het bestrijden van vrije radicalen in het lichaam. Quercetine, een flavonoïde die voorkomt in uien en appels, heeft ontstekingsremmende en antivirale eigenschappen.
  • Terpenen: Deze stoffen geven kruiden hun geur en hebben vaak antimicrobiële eigenschappen. Menthol uit munt is een bekend terpeen met een verkoelende en pijnstillende werking.
  • Fenolen: Fenolen, zoals die gevonden in rozemarijn (rozemarijnzuur), hebben sterke antioxidante en ontstekingsremmende eigenschappen.
Inhoudsopgave
× Contact via WhatsApp