< Alle onderwerpen
Afdrukken

Over huisvesting

Een paard is een kuddedier. In die kudde zoekt en vindt het bescherming, en voelt het zich veilig. In de huisvesting wordt hier vaak nog geen rekening mee gehouden: paarden moeten elkaar op zijn minst kunnen zien, maar idealiter ook kunnen aanraken. Dat levert echter vaak situaties op die we niet willen, omdat we geen rekening houden met welke paarden naast elkaar kunnen staan en dit tot agressief gedrag kan leiden. Agressief gedrag betekent echter niet per definitie dat de huisvesting verkeerd is, maar dat de verkeerde paarden naast elkaar staan.

Maar als een paard de keuze heeft tussen een individuele stal met hooi en stro, hooi buiten de stal, een harde of zachte ondergrond en het gezelschap van anderen, dan kiest het altijd voor de gezelschap (of het zicht op) andere paarden – dus ook boven voedsel. Daarnaast is er een voorkeur voor verblijf buiten en het eten van gras, ongeacht wat het weer is.

In een natuurlijke omgeving heeft het paard niet veel eisen: een plek om te grazen, beschutting om schaduw op te kunnen zoeken of te schuilen bij slecht weer, en een waterplaats zijn de belangrijkste ingrediënten. In de gedomesticeerde omgeving ligt de nadruk meer op het gemak dat wij hebben van het houden van paarden, en hoe meer gemak hoe beter. Stallen zijn bijvoorbeeld ingericht om zo efficiënt mogelijk te worden geleegd. Als het aan het paard ligt, brengt het er zo weinig mogelijk tijd door als mogelijk. 

De huisvesting van paarden brengt unieke uitdagingen met zich mee, vergeleken met andere gedomesticeerde dieren. Paarden leven bijvoorbeeld (gemiddeld) veel langer dan andere dieren in gevangenschap. De conditie van de lucht is daarnaast ook belangrijk: paarden zijn zeer gevoelig voor aandoeningen aan de luchtwegen en hebben behoefte aan een constant klimaat, dat in de manier waarop we paarden houden (ammoniaklucht in een te kleine stal, te stoffige omgeving) moeilijk te realiseren is. Wat voor het ene dier ideaal is (een warme omgeving om kippen te stimuleren meer eieren te produceren) is voor paard niet gunstig (te warme, onzuivere lucht heeft direct invloed op de luchtwegen en daarmee de “performance” van het paard). Vooral bij oudere paarden komen aandoeningen van de luchtwegen veel voor.

Een paard dat vrijwel alle of zoveel mogelijk tijd doorbrengt in een natuurlijke omgeving, laat geen stereotype gedrag zien en laat over het algemeen een veel meer natuurlijk gedrag zien (voor wat betreft eten, of interactie met soortgenoten) dan een paard dat (een gedeelte van de tijd) in een afgesloten ruimte staat, en is gezonder. 

De meeste paarden staan overdag in een groep en ‘s nachts (alleen) in een stal. Er zijn nog veel andere manieren van stalling, zoals 24/7 op het land, active stable, hit actief, paddock paradise.

Over het algemeen staan paarden het liefst voor of in het midden van de box om activiteiten in de stal te volgen en, indien mogelijk, interactie te hebben met mensen of andere paarden. 

In de moderne paardenhouderij valt groepshuisvesting in twee delen uiteen. Paarden staan of continu in groepen gehuisvest: soms gemengd, maar vaker staan merries en ruinen bij elkaar. Of ze staan afzonderlijk gestald (vaak merries en ruinen naast elkaar) en gedurende een gedeelte van de dag in groepen bij elkaar. De ideale vorm is er een die de situatie in het wild zo dicht mogelijk benadert. Als paarden een gedeelte van de dag bij elkaar in een kudde staan, dan zou de indeling in de stallen hier zo dicht mogelijk bij aan moeten sluiten.

Het belangrijkste aandachtspunt is dat de samenstelling van de kudde zo weinig mogelijk wijzigt. Maar dat geldt voor de paardenhouderij in het algemeen, niet alleen de groepshuisvesting.

De ruimte die een paard moet hebben is in een aantal landen vastgelegd in wetgeving, maar die wetgeving verschilt behoorlijk. In sommige landen (Franse Code du sport, 2017; Hongaarse wetgeving, 1998; Poolse dierenbescherming Wet, 2020, Zwitserse verordening inzake dierenbescherming 2018) is in de wet vastgelegd dat een dier moet kunnen liggen en opstaan. Andere landen gaan veel verder, bijvoorbeeld door buitenhuisvesting te verbieden als er geen beschutting is (Franse Code rural et de la pêche maritime, 2019, Zwitserse OPAn, 2018).

Een sportpaard beweegt vaak veel te weinig, ook al vinden de eigenaren dat hun paard een topatleet is. Dat komt omdat zij in de (verkeerde) veronderstelling zijn dat een paard dat op hoog niveau presteert veel tijd nodig heeft om te herstellen, en dat alleen in een stal kan. Daarnaast is er een angst dat een sportpaard zich verwondt of door andere paarden wordt verwond als het (alleen) in een paddock staat.

Een sportpaard dat wel tijd in een paddock krijgt, is aanvankelijk opgewonden en nieuwsgierig, maar dat verdwijnt al snel. Het raakt gewend aan de nieuwe omgeving, en uit onderzoek blijkt dat een sportpaard dat uit de stal wordt gelaten nauwelijks extra risico’s op verwondingen loopt. Het welzijn van dit soort paarden kan enorm verbeteren door ze uit de stal te halen.

De impact op het welzijn van paarden die een aantal uur per dag uit de stal gehaald worden en in een paddock mogen rondlopen, idealiter met andere soortgenoten, is enorm. De oxytocinespiegels van deze paarden nemen toe, wat wijst op positieve emoties. Gaan de paarden weer terug de stal in, dan vertonen deze paarden al snel weer tekenen van aangetast welzijn. 

Lesimple, 2020
Mills, 2007
Popescu, 2013
Ruet, 2020

Inhoudsopgave
× Contact via WhatsApp