Drinkende paarden

Water is een belangrijk onderdeel van het rantsoen van paarden. In de natuurlijke omgeving krijgt een paard het meeste water binnen uit drinkbronnen, maar ook wel uit bijvoorbeeld sneeuw of planten. 

Wanneer drinkt het paard
In de natuurlijke omgeving houden paarden zich alleen aan een vast drinkschema als er op ze wordt gejaagd. Ze hebben dan een voorkeur voor de late avond of zeer vroege ochtend. In gebieden waar geen natuurlijke vijanden voorkomen is het drinkschema onvoorspelbaar en wordt het soms beïnvloed door menselijk ingrijpen, bijvoorbeeld omdat er waterplaatsen zijn aangelegd.

Een kudde nadert een waterplaats altijd in een lange rij achter elkaar, normaal gesproken met de hengst voorop. Als er een merrie voorop loopt, is dat vaak een zogende merrie. Die is dan eerder dan de kudde bij de waterplaats en blijft er langer drinken. Als ze de keus hebben, drinken zogende merries van het minst troebele water, of direct van een druppelende bron (als die er is).

Gemiddeld drinken paarden minstens een keer per dag (gemiddeld tussen de 24 en 48 uur), en vaker als het warm is. Een paard drinkt bij voorkeur in de vroege of late uren, wanneer er nog net daglicht is. Tijdens warm weer drinkt het paard het meest in de middag. Op warme dagen blijven kuddes ook dichter in de buurt van waterplaatsen en drinken ze vaker. Een zogende merrie drinkt vaker als het warm is, maar dan kleinere hoeveelheden per keer. Als er water in de buurt van een voerplaats is, dan drinken paarden direct na een voerbeurt.

In de zomer zijn paarden nooit verder dan een straal van 4.8 kilometer van een waterbron. In de winter kan dat verder zijn. Hoe groter de afstand tot de bron, hoe minder vaak een paard drinkt: in sommige gevallen zelfs om de dag. 

Het is niet goed onderzocht hoe lang een paard zonder water kan, maar in het natte seizoen komt het voor dat een kudde zeker twee dagen geen waterplaats bezoekt. Normaal gesproken blijft een harem tussen de 5 en 10 kilometer van een waterplaats af.

Een paard drinkt meerdere keren per dag als er water in de buurt is. In de zomer is dat gemiddeld 5 tot 7 keer per dag, in de winter 2 tot 3 keer. Als er weinig water in de buurt is, drinken ze 1 keer per dag. Een Przewalski paard in de natuurlijke omgeving kan tot 3 dagen zonder water. Bij warm weer blijven paarden in de buurt van water. Bij drinken geldt dat als een paard gaat drinken, de rest vanzelf drinkt. Dominante paarden drinken eerder (als er geen ruimte is). In een groep drinken paarden gemiddeld tussen de 2 en 10 minuten, maar nooit langer dan 30 minuten. Als een paard uitgedronken is, dan wacht het op de rest van de groep. Paarden drinken zowel ‘s nachts als overdag: ze houden geen specifiek ritme aan.

Als een paard klaar is met drinken maakt het plaats voor andere paarden en wacht tot iedereen klaar is. Als er weinig ruimte is, drinken de dominante paarden als eerste. Elk paard in de harem wacht totdat alle andere paarden in de harem klaar zijn met drinken en gaat dan weer weg. Een groep blijft ongeveer 30 minuten bij een waterbron. Per drinkbeurt drinkt een paard ongeveer 4 liter, maar doet dat nooit in een keer. Een drinkbeurt onderbreken ze door rond te kijken en daarna verder te drinken.Een gemiddeld verblijf bij een waterplaats duurt tussen de 2 en 10 minuten. Langer dan 30 minuten is uitzonderlijk. 

Als het regenseizoen begint, neemt de noodzaak om naar waterplaatsen te trekken af. Er is dan voldoende water beschikbaar in bijvoorbeeld poelen.

Manier van drinken 
Een paard drinkt door het water door de mond met bijna op elkaar geklemde lippen onder het water te steken en eerst een hoeveelheid water op te zuigen, om die daarna door te slikken. Soms steekt het de neus diep in het water (en wil ook weleens met water spelen door de neus heen en weer te bewegen), maar echt drinken doet het alleen aan de oppervlakte. Tussen het slikken zit ongeveer 2 seconden en tijdens een drinkbeurt slikt het paard gemiddeld 15 keer. Veulens die nog zogen drinken nauwelijks water, daarna drinken paarden vijf tot zeven keer per dag in de zomer en in de winter en twee tot drie keer in de winter. 

Hoeveelheid drinken
Een paard drinkt gemiddeld tussen de 2.4 en 8.4 liter per drinkbeurt. Op een dag drinkt een paard tussen de 18 en 75 liter, meestal een uur na een voerbeurt, afhankelijk van het type paard, de hoeveelheid werd en de weersomstandigheden. Een paard drinkt geen heet water, alleen koud tot lauw. Koud water in de winter is geen probleem voor een paard.

Voor pony’s is onderzocht dat ze gemiddeld 3 keer per uur drinken, waarbij ze gemiddeld 15 keer slikken per drinkbeurt en ongeveer 72 gram water per slok nemen. De interval tussen slokken is 2.1 seconde.

Feist, 1976
Hill, 2006
Joubert, 1972
Mars, 1992
Ralston, 1986
Sweeting, 1987
Waring, 2003