< Alle onderwerpen
Afdrukken

Hooinetten

Vaak wordt gedacht dat kleinere mazen in de hooinetten ervoor zorgen dat paarden minder snel en minder veel eten. Dat is echter niet zo: kleinere mazen vertragen de consumptie wel, maar niet significant. Beter is het om meerdere hooinetten in elkaar te stoppen.

Er is een aantal redenen om hooinetten te introduceren. Een hooinet voorkomt verspilling van hooi en maakt het makkelijker om de hoeveelheid hooi die een paard krijgt, af te wegen. Besmetting van hooi wordt ook makkelijker voorkomen, waardoor bijvoorbeeld eitjes van parasieten minder snel in of op het paard komen (het net hangt immers boven de grond en de inhoud wordt niet besmet met mest of urine die op de grond ligt).

De snelheid waarmee een paard een hooinet leeg eet, is door meerdere onderzoekers onderzocht, maar de resultaten komen niet altijd overeen. Voor een hooinet met grote openingen (15.2 centimeter) staat 3.4 uur, voor een hooinet met medium openingen (4.4 centimeter) is dat 5.1 uur en voor een hooinet met kleine openingen (3.2 centimeter) is dat 6.5 uur. Deze tijden zijn iets langer dan in andere onderzoeken, dus het is mogelijk dat er gewenning optreedt aan de netten, of dat de opnamesnelheid van andere factoren afhankelijk is. Die factoren kunnen bijvoorbeeld de initiële vulling zijn: hoe voller, hoe meer weerstand en hoe langzamer het paard op gang komt met eten. Of hoe strak het net vastgebonden is. 

Uit een hooinet met grotere gaten nemen paarden logischerwijs minder en grotere happen.

Door hooinetten in elkaar te stoppen is het mogelijk om de eetsnelheid nog verder terug te brengen. Uit een enkel hooinet eten paarden 1 kilo in 39 minuten, uit een dubbel hooinet 1 kilo in 67 minuten en uit een driedubbel hooinet 1 kilo in 78 minuten.

Als een paard de keus heeft uit meerdere hooinetten met verschillende lagen, dan begint het met het hooinet waar het het makkelijkst het hooi uit kan halen, en gaat het vervolgens door naar de netten die opvolgend “moeilijker” zijn.

Het duurt even voordat een paard gewend is aan een hooinet: gemiddeld een dag of 5. Na die 5 dagen heeft het paard de meest efficiënte manier van eten uit het hooinet bereikt.

Hoewel een hooinet met een drievoudige vulling ervoor zorgt dat het paard er het langst over doet, leidt dit soort hooinet ook tot frustratie. Dat uit zich er in dat paarden met het hoofd tegen het net aan duwen en met veel kracht hooi uit het net trekken, waardoor het net door de lucht vliegt. Dit is nadelig voor het hoofd, nek en tanden van het paard, want ook daar komt veel kracht op te staan.

Een hooinet kan slijtage en soms schade veroorzaken aan de snijtanden van het paard, wat bijvoorbeeld wordt veroorzaakt door de positie van het paard: als het altijd op dezelfde plaats staat als het uit het hooinet eet, dan slijt een kant van het gebit sneller.

Als een hooinet te kleine mazen heeft, of als er te veel hooinetten in elkaar worden gebruikt (drie of meer), dan neemt de kans toe dat het paard gefrustreerd raakt. Die frustratie komt tot uiting in stereotype gedrag, en dat is vrijwel altijd kribbebijten. Bij een dubbel hooinet is dat 33% meer, bij een driedubbel hooinet zelfs 83% meer dan bij een enkel hooinet. De reden is dat een paard gaat kribbebijten als de zuurgraad van de maag toeneemt doordat er geen voer meer is, of als het paard door furstratie van de te kleine mazen te weinig voer binnen krijgt.

Een paard toont vaak frustratie richting een hooinet, bijvoorbeeld door er met de tanden aan te trekken, met het hoofd tegen te duwen. Bij een slowfeeder (die op de grond staat) komt dit gedrag niet voor. Een deel van de frustratie wordt veroorzaakt door hooinetten die niet goed vastgemaakt zijn en dus bewegingen als het paard ervan probeert te eten. Aanvankelijk werd ook gedacht dat hooinetten, die vaak relatief hoog opgehangen worden om te voorkomen dat paarden (met name als ze hoefijzers hebben) erin verstrikt raken, een grote belasting voor nek en rug van het paard zijn door het voortdurende getrek en geduw, of dat tanden er sneller of onevenredig van slijten. Later onderzoek laat echter zien dat dit niet het geval is.

Beaver, 2019
Ellis, 2015
Fureix, 2010
Glunk, 2014
Harris, 1999
Lesimple, 2012

Inhoudsopgave
× Contact via WhatsApp