< Alle onderwerpen
Afdrukken

Organisatie van paarden in een multi-level-society

De namen voor de onderdelen van een multi-level-society, een samenleving die uit verschillende lagen of delen bestaat, verschillen per diersoort. Bij olifanten is bijvoorbeeld sprake van een matriarchale eenheid, een familieband van een moeder (de matriarch) en haar nakomelingen. Bij paarden spreken we van een eenheid (“unit”)  als het laagste niveau van organisatie en een kudde als de verzameling van harems. De eenheid valt uiteen in twee delen. Er is de harem, die bestaat uit minstens 1 volwassen hengst (vaak zijn het er twee, de hengst en een secondant), verschillende merries en verschillende onvolwassenen (zowel merrie als hengst). Daarnaast is er de vrijgezellengroep (“bachelor band”), die bestaat uit (jong)volwassen hengsten zonder harem. 

Een harem is stabiel. In normale situaties (dus zonder droogte of pogingen van een hengst om een kudde over te nemen) blijven de leden een paar jaar bij elkaar. Een kudde is minder stabiel. Honderden individuen die zich in de buurt van elkaar ophouden is geen uitzondering, bijvoorbeeld in gebieden waar weinig water is of de paarden een voedingsgebied (“foerageergebied”) delen. In een dergelijk gedeeld gebied trekken de paarden gelijk op, met de seizoenen mee, en is er in de buurt van water een duidelijke hiërarchische relatie – sommige paarden hebben voorrang op andere.

Een belangrijke vraag over een multi-level-society is of dieren in kleinere groepen zich samenvoegen in grotere en daarmee een eenheid vormen, of dat ze toevallig bij elkaar zijn (vanwege de beschikbaarheid van voeding en water). Bij paarden is dat lang onduidelijk geweest, omdat er geen onderzoek naar is gedaan – het onderzoek naar multi-level-societies richtte zich vooral op dieren waarvan we vermoeden of weten dat ze een “hogere” intelligentie bezitten, zoals primaten, olifanten en dolfijnen.

Inmiddels is duidelijk dat er ook bij paarden sprake is van een multi-level-society. Dat is onderzocht met bijvoorbeeld netwerkanalyses van de structuur van kuddes. Bijvoorbeeld hoe de positie van harems in een kudde ten opzichte van elkaar verandert in de tijd, en of daarin een patroon te ontdekken is. Zo zien we dat grotere harems zich altijd in het midden van een kudde bevinden en vrijgezellengroepen altijd aan de randen. Dat is vergelijkbaar met andere dieren, waar dominante dieren zich vaker in het midden bevinden en minder dominante dieren naar de buitenkanten sturen. Bij al deze dieren is het niet alleen zo dat in het midden van de kudde zich de grootste groep bevindt met de meest dominante dieren (waarmee de groep dus de meest dominante is), maar ook dat andere dieren in de kudde dit opmerken. Paarden zijn dus in staat om de sociale status van een groep en leden van die groep af te leiden gebaseerd op de omvang en positie van die groep in de kudde ten opzichte van de omvang en positie van de eigen groep. Dit zien we terug bij waterplaatsen, waar er een duidelijke volgorde is bij het drinken: de grootste harem gaat eerst.

Vrijgezellengroepen bevinden zich aan de rand van de kudde omdat de afzonderlijke leden een gevaar vormen voor overname van een harem en de daarbij horende agressiviteit – die soms uitmondt in kindermoord (door hengsten van buitenaf). Het is zelfs waarschijnlijk dat de multi-level-society is ontstaan om het risico op overname van harems zo klein mogelijk te maken. We zien ook dat hengsten in een harem veel aan de buitenrand bewegen, om zo dreigingen van buitenaf in de gaten te houden en snel in te grijpen als de dreiging concreet wordt. Deze vorm van samenleven is in ieder geval effectief tegen overnames en dreigingen. Bij de periode van paren en geboorte is er sprake van een sterker verband. De hengst is dan actiever en de harems houden elkaar beter in de gaten.

De manier waarop de verschillende leden van een samenleving (voor paarden bedoelen we daarmee dus de harems ten opzichte van elkaar in een kudde) zich onderling verhouden wisselt voortdurend, ook per soort. De reden hiervoor is niet alleen de steeds veranderende omgeving, maar ook sociale factoren spelen een rol. We noemen dat de ruimtelijke structuur, oftewel de vorm die de samenleving aanneemt op verschillende momenten. We hebben al gezien dat de vorm in bepaalde periodes kan veranderen (bijvoorbeeld als er droogte is en voedsel schaars, of in periodes van paren en geboorte) en dat de harem in het midden vaak het grootst is. Op het moment dat de dreiging van vrijgezellengroepen het sterkst is, hebben de paarden in een harem de neiging om zich naar het midden van de kudde te begeven en neemt de hengst een positie aan de buitenkant van de harem in.

Bij Przewalski-paarden zien we een grote samenhang tussen de verschillende harems in een kudde en een piramide-achtige structuur, met een leidende harem die de beweging van de hele kudde bepaalt. Bij andere paarden in het wild zien we dat niet. Wat dit veroorzaakt, is niet duidelijk. De sociale structuur van Przewalski-paarden en andere paarden in het wild is vergelijkbaar, maar de ruimtelijke structuur is anders.

Maeda, 2021
Ozogány, 2014

Inhoudsopgave
× Contact via WhatsApp