Afmetingen van een stal

De meest voorkomende manier van huisvesting van paarden in Nederland is in een losse box. De meest voorkomende afmetingen zijn ​​3 m bij 3 m voor een pony, 3.6 m bij 3.6 m voor paarden en 5 m bij 5 m voor een veulenbox. Dit zijn de standaardafmetingen (de “handelsmaat”) van veel verkochte paardenstallen.

Belangrijk is in ieder geval dat de stal zo groot is dat een paard zich kan omdraaien, comfortabel kan liggen en weer opstaan. Vrijwel elk paard dat ligt in een stal draait zich namelijk voordat het opstaat, eerst om. De ruimten buiten de stal moeten zo ruim zijn dat twee paarden elkaar veilig kunnen passeren.

De British Horse Society hanteert de volgende maten:

• Large horses (17hh+): 3.65m x 4.25m (12ft x 14ft)  
• Horses: 3.65m x 3.65m (12ft x 12ft) 
• Large ponies (13.2hh+): 3.05m x 3.65m (10ft x 12ft)
• Ponies: 3.05m x 3.05m (10ft x 10ft) 
• Foaling box (horse): 4.25m x 4.25m (14ft x 14ft) 

https://www.bhs.org.uk/horse-care-and-welfare/health-care-management/stable-safety/

In andere landen is het wisselend. Soms zijn er geen standaardmaten, maar alleen de opmerking dat de stal “groot genoeg” moet zijn. 

Vaak (bijvoorbeeld in Duitsland, Canada en Denemarken) wordt een rekensleutel gebruikt, namelijk de oppervlakte van de stal is (2 * HW)2, oftewel 10,90m2 voor een paard van 1.65m. De afkorting HW staat voor “height at the withers”, oftewel schofthoogte. Het minimum is dan 10m2 voor een paard groter dan 1.56m. Als een stal niet vierkant is, dan mag de smalste kant niet kleiner zijn dan 1.7 * HW (soms wordt ook 1.5 gebruikt). De hoogte van de stal is variabel, maar mag niet lager zijn dan HW +0,75m, oftewel 2.40m (maar ook 2.20m komt voor) voor een paard van 1.65m. Hoger is beter, want de kans dat een paard zich verwondt is kleiner en de luchtcirculatie is beter.

Als we deze maataanduiding volgen, zijn stallen die volgens de handelsmaat werden geleverd vrijwel altijd te klein. En eigenlijk is deze maatvoering nog aan de karige kant: het is echt de minimale ruimte die een paard nodig heeft. Het paard kan er namelijk wel in bewegen, maar is beperkt in ruimte. Eigenlijk moet een paard op een droge plek kunnen liggen (wat in een stal van 3m x 3m niet kan), en moet het makkelijk kunnen draaien of opstaan uit ligstand zonder beklemd te raken.

Uit de Verenigde Staten komt de volgende omschrijving van een stal: de minimale hoogte van een stal is de hoogte van het hoofd van het paard als het volledig is uitgestrekt (zoals in een alerte houding). De muren zijn van planken of vergelijkbaar materiaal die zo stevig zijn dat het paard er niet doorheen kan schoppen. De hoogte van de muren is 2 meter, en vanaf 1.5 meter zijn er openingen voor lucht en licht. De lengte van de muren is tussen de 3 en 4 meter, tenzij de stal is bedoeld voor een merrie en een veulen, of een hengst. De breedte van de deur is 1.4 meter en de hoogte van de deur ten minste 2.1 meter. Een deur is of een schuifdeur, of een naar buiten scharnierende deur. De vergrendeling is zo gemaakt dat het paard deze niet kan bedienen. Deren moeten daarnaast zo gemaakt zijn dat ze de vrije beweging door de gang niet belemmeren. Een paard heeft voor verkoeling behoefte aan bewegende lucht in de stal. Toegang tot drinkwater is daar ook belangrijk voor. In de gangen bij de stal moet het droog zijn en mag er geen afval liggen.

Waring, 2003