< Alle onderwerpen
Afdrukken

Impact van stalling op sociale omgang en gedrag

Stalling en vooral gebrek aan sociaal contact heeft grote impact op het leven van een paard. Het leidt tot een verhoogde kans op het ontwikkelen van stereotype gedrag (en dat gedrag komt vervolgens ook vaker voor) [Heleski, 2002], maar ook de trainbaarheid en zelfs de reactiviteit [Lesimple, 2011] van het paard neemt af.

Als een paard (ook na maanden in de stal) weer de kans krijgt om sociale contacten te houden en de wei op te gaan, dan herstelt het negatieve gedrag zich weer.

Uit een onderzoek van 2912 paarden met 897 aandoeningen stelde een dierenarts vast dat er  231 verwondingen waren, waarvan 50 (21.6%) veroorzaakt door een schop of beet van een ander paard, oftewel 5.6% van alle aandoeningen en bij slechts 1.7% van de paarden in het onderzoek. of all the horses evaluated. Als het paard een warmbloed, volbloed of arabier is heeft het een 4.3 keer zo hoge kans om geschopt of gebeten te worden dan dieren van andere rassen. Van het totaal aantal verwondingen werd 18% veroorzaakt door een verandering van huisvesting, ongeacht of de paarden permanent of sporadisch in een groep staan.

Hoe kleiner de huisvesting en daarmee de leefruimte van de paarden, hoe groter het aantal agressieve (en onderdanige) gedragingen tussen de verschillende paarden in die ruimte – en al helemaal als er nieuwe paarden geïntroduceerd worden in een kleine ruimte. De hoeveelheid agressie in de ruimte is vastgelegd met een rekenkundige formule en het resultaat is een curve met de kenmerken van een hyperbool. Er zijn drie delen te herkennen. Het eerste deel bevat relatief lage agressiviteit (van 2 tot 7 agressieve bejegeningen per uur) en komt overeen met een ruimte van minder dan 106 m2 per paard. Het tweede deel met middelmatige agressiviteit (van 8 tot 22 agressieve bejegeningen per uur) komt overeen met een ruimte tussen de 106 m2 en 331 m2 per paard en het derde deel met relatief hoge agressiviteit (van 23 tot 85 agressieve bejegeningen per uur) komt overeen met een ruimte van meer dan 331 m2 per paard. Verder is opvallend dat bij een kleine verandering in de kleinste leefruimte (dus tussen de 0 m2 en 106 m2) de agressiviteit veel sterker toenemt dan in de andere ruimtes. Bij wijzigingen van de groep in een ruimte van meer dan 331 m2 is er nauwelijks effect op de agressiviteit, sterker nog: de agressieve gedragingen zijn daar vrijwel verdwenen. Bij een ruimte van meer dan 1 hectare is ook het aantal agressieve gedragingen bij de introductie van een nieuw paard nagenoeg verdwenen.

Flauger, 2013
Knubben, 2008
Pierre, 2019

Inhoudsopgave
× Contact via WhatsApp