Knoflook (poeder)
een controversieel kruid
Knoflook (Allium sativum) is een veelbesproken en controversieel kruid in de paardenwereld. Het wordt traditioneel gebruikt als natuurlijk middel tegen parasieten, voor de bloedsomloop, als antioxidant, en om insecten te weren. Tegelijkertijd is er discussie over de veiligheid bij langdurig of hoge dosering.
Knoflook wordt al meer dan 5.000 jaar gebruikt als geneeskrachtige plant. In het oude Egypte kregen piramidebouwers knoflook tegen uitputting en infecties. Ook in de Griekse oudheid gaf Hippocrates het als ‘wondermiddel’ bij bijna alles. De krachtige stof allicine, verantwoordelijk voor de geur en antibacteriële werking, ontstaat pas als je knoflook kneust of snijdt. Het is een reactie van het enzym alliinase op de stof alliin. In hele tenen zit het dus nog niet!
€ 6,95 – € 19,95

Knoflook (poeder)
Poeder van knoflook (Allium sativum) is een veelbesproken en controversieel kruid in de paardenwereld. Het wordt traditioneel gebruikt als natuurlijk middel tegen parasieten, voor de bloedsomloop, als antioxidant, en om insecten te weren. Tegelijkertijd is er discussie over de veiligheid bij langdurig of hoge dosering.
Werkzame stoffen
Knoflook bevat aanzienlijke hoeveelheden alliin (6-14 mg per gram) en allicine (2,5–4,5 mg per gram)– de voornaamste werkzame zwavelstoffen – gevolgd door een variëteit aan andere zwavelverbindingen. Alliin en allicine zijn de twee belangrijkste zwavelverbindingen in knoflook en verantwoordelijk voor de geur én de meeste gezondheidseffecten. Ze vormen samen een biochemisch duo dat pas écht actief wordt als knoflook wordt gekneusd of gesneden. Alliin zit inactief opgeslagen in knoflook. Bij beschadiging van het weefsel (snijden, kauwen, kneuzen), komt het enzym alliinase vrij. Dat zet alliin om in allicine. Allicine is krachtig antibacterieel. Het doodt onder andere Staphylococcus, E. coli en Salmonella. Daarnaast heeft het een antischimmel-werking. Het is actief tegen Candida albicans.
Gebruik bij paarden
Je kunt knoflook gebruiken als insectenwerend middel. Paarden die knoflook krijgen, scheiden de lucht af via huid en adem. Dat weert insecten af. Knoflook is daarnaast licht prebiotisch, en kan de darmflora ondersteunen. Bij oudere paarden (of bij kou) kan het de doorbloeding verbeteren. De bestanddelen in knoflook, met name de zwavelverbindingen, zorgen ervoor dat het kruid een sterke antioxidante werking heeft. Het wordt ook wel gebruikt om de algehele weerstand van je paard te ondersteunen.
Hoewel knoflook voordelen kan hebben, is het belangrijk om te letten op de mogelijke toxiciteit bij te hoge dosering. Er is een risico op bloedarmoede, oftewel Heinz body anemie. Hierbij worden rode bloedlichaampjes sneller afgebroken dan ze worden aangemaakt. Dat risico is groter als je knoflook langere tijd geeft, of in een hoge dosis. Je paard kan ook reageren met dunne mest of winderigheid. En niet alle paarden eten knoflook graag, omdat het een sterke geur en smaak heeft. Let er ook op dat knoflook bloedverdunnend kan werken.
Wist je dat we nog veel meer verschillende kruiden verkopen? Je kunt ook een overzicht bekijken van de kruiden die jouw paard mag eten (PDF document, opent in een nieuw scherm).
Jouw paard weegt: 500 kg
Geef jouw paard per dag 10 gram kruiden
Met 500 gram kruiden doe je dan: 0 dagen
Algemene richtlijn
We adviseren je jouw paard per dag niet meer dan 75 gram kruiden te geven. Je doseert veilig vanaf een paar gram per kruid per dag. Het verschilt uiteraard per kruid hoeveel schepjes je precies nodig hebt. Maar een paard is heel erg goed in het herkennen van geuren en vindt ook een klein beetje kruiden al erg lekker. Net zoals wij ons eten met kruiden op smaak brengen.
De veilige grens voor knoflook is 0,2 g/kg lichaamsgewicht per dag, voor korte duur. Vermijd combinatie met ui, bieslook of prei (ook Alliaceae → cumulatief effect). Niet geven aan drachtige merries, of paarden met bloedarmoede of maagzweren.
Bestanddeel | Concentratie (mg/g) | Opmerking |
---|---|---|
γ‑Glutamyl‑S‑allyl‑L‑cysteïne | 2–6 | Voorloper van alliin |
Alliin | 6–14 | Precursor voor allicine |
Allicine | 2.5–4.5 | Ontstaat na kneuzing |
Totale thiosulfinaatverbindingen | 4.5 | Vooral allicine |
Allyl-sulfiden | 3–8 | Afbraakproducten van allicine |
Diallyldisulfide (DADS) | onbekend | Waarde onbekend, aanwezig in olie |