Aziatische waternavel
stimuleert de aanmaak van collageen
Aziatische waternavel (Centella asiatica) ook wel bekend als Gotu Kola is een kruid dat al duizenden jaren wordt gebruikt in de traditionele geneeskunde, vooral in Ayurveda en de Chinese geneeskunde. Het kruid, dat groeit in tropische en subtropische gebieden, staat bekend om de ondersteuning van een gezond herstelproces.
Centella Asiatica wordt soms “tijgergras” genoemd omdat tijgers naar verluidt in dit kruid rollen om hun wonden te laten genezen. Het kruid wordt in de menselijke verzorgingsindustrie veel gebruikt in huidcrèmes om littekens en striae te verminderen. In Ayurveda wordt Centella Asiatica beschouwd als een “brain tonic” die het geheugen en de concentratie verbetert.












Aziatische waternavel (Centella asiatica)
Aziatische waternavel (Centella asiatica), beter bekend onder de naam Gotu Kola, groeit in vochtige, tropische gebieden van Azië, Afrika en Oceanië. Deze lage, kruipende plant met waaiervormige blaadjes speelt een belangrijke rol in de traditionele geneeskunde van onder andere India (Ayurveda) en China. Daar geldt het als een ‘verjongingskruid’, met toepassingen die uiteenlopen van wondherstel tot mentale scherpte. In de natuur geneest het plantje kale plekken en erosie op vochtige gronden – een beeld dat mooi aansluit bij het herstellende karakter in kruidengeneeskundige zin.
Actieve bestanddelen
Centella asiatica bevat een unieke groep triterpenoïden, waaronder asiaticoside, madecassoside, asiatic acid en madecassic acid. Deze stoffen ondersteunen het bindweefselherstel en stimuleren de aanmaak van collageen. Daarnaast levert de plant flavonoïden, essentiële oliën, sterolen en enkele bitterstoffen. De combinatie van ontstekingsremmende, wondhelende en adaptogene eigenschappen maakt het een veelzijdige plant voor zowel inwendig als uitwendig gebruik.
Gebruik bij paarden
Bij paarden kan Aziatische waternavel interessant zijn voor de ondersteuning van de huid – bijvoorbeeld bij littekens, schaafplekken of herstel na mok. Inwendig gebruik draagt bij aan het algemene herstelvermogen en de elasticiteit van weefsels, met name bij oudere paarden of dieren met langdurige stress of belasting. Toevoegen aan het rantsoen vraagt om een lage dosering, omdat het een subtiel maar diepwerkend kruid is. In kruidenmengsels voor huid, vacht of herstelkuren sluit het goed aan bij brandnetel, goudsbloem of heermoes.
Jouw paard weegt: 500 kg
Geef jouw paard per dag 7 gram kruiden
Met 500 gram kruiden doe je dan: 0 dagen
Algemene richtlijn
We adviseren je jouw paard per dag niet meer dan 75 gram kruiden te geven. Je doseert veilig vanaf een paar gram per kruid per dag. Het verschilt uiteraard per kruid hoeveel schepjes je precies nodig hebt. Maar een paard is heel erg goed in het herkennen van geuren en vindt ook een klein beetje kruiden al erg lekker. Net zoals wij ons eten met kruiden op smaak brengen.
| Groep | Bestanddeel | Concentratie (mg/g) | ||
|---|---|---|---|---|
| Triterpenen | Asiaticoside | 10-40 | ||
| Madecassoside | 5-25 | |||
| Asiatic zuur | 2-15 | |||
| Madecassic zuur | 1-10 | |||
| Flavonoïden | Quercetine | 0.5-3 | ||
| Kaempferol | 0.3-2 | |||
| Rutine | 0.1-1 | |||
| Polyfenolen | Totaal polyfenolen | 20-60 | ||
| Fenolzuren | Chlorogeenzuur | 1-5 | ||
| Cafeïnezuur | 0.5-3 | |||
| Aminozuren | L-lysine | 1-8 | ||
| L-proline | 0.5-5 | |||
| Overige | Vetzuren (totaal) | 5-20 | ||
| Mineralen (K | Ca | Mg) | Variabel |



